Beekwilder is een ingeburgerde naam in Den Bosch. Harry Beekwilder, geboren op 4 september 1903, is de kleinzoon van Johannes Wilhelmus, die uit zijn tweede huwelijk vijf kinderen kreeg onder wie de vader van Harry: Bernardus Josephus, de stichter van het Expeditie, meubel en transportbedrijf Jos Beekwilder en Zn. Verkeer en vervoer zijn de onderwerpen waarover Harry vertelt.
Harry, geboren in 1903, hield op zijn tachtigste verjaardag een receptie aan huis. Hier poseert hij als jubilaris. Tegenwoordig woont hij in Huize De Braacken in Vught. Fotoinzet: Harry Beekwilder op veer-tienjarige leeftijd, 1917
De Brückwiller's zijn afkomstig van Elzas-Lotharingen. Grootvader was de eerste die in Den Bosch werd geboren. Hij was herbergier in een eenvoudig café aan het Kanaal, naast koffiefabriek De Drie Mollen. Elke avond na afloop van het werk ontvingen de dagloners er hun loon.
Behalve tapper was grootvader ook handelaar. Hij kocht turf in dat door schepen uit de Peel werd aangevoerd. Het was bestemd voor de plaatselijke brandstofhandelaren.
Vader Bernardus Josephus, geboren in 1874, die als roepnaam Jos had, begon als klerk in het kantoor van Collignon & Cie, gelegen naast Van Beek & Schellekens aan de Markt. Door een fusie is het vervoersbedrijf later Van Gend & Loos geworden. Achterom in het Scheidingsstraatje stonden de paarden. Op het pand aan het eind van het straatje kun je nog de zwarte teer zien waarmee de stallen werden ingesmeerd.
Behalve Jos Beekwilder en Van Gend & Loos waren Westelaken voor zand en grint, Liebregts voor vrachtvervoer en de verhuizers Sars en Strang de grote vervoerders in de stad. In 1910 kocht vader, die bij Collignon een ruzie kreeg over zijn promotie, van de weduwe Hartman-Wingender, de stalhouderij aan de Korenbrugstraat 8-10 met paard, wagens en een kar. Ons gezin is daar naar toe verhuisd, maar ik ben geboren in de Keizerstraat boven de stallen van Mooiman. De geur van paarden en het gevoel voor het transportwezen zijn me al vroeg ingegeven.
Vanuit de Uilenburg is het bedrijf Jos Beekwilder en Zn. uitgegroeid over de stad. Panden in de Lepelstraat 10, De Drie Snoeken in de Karrenstraat en later de pakhuizen aan de Handelskade 3, 4 en 5 kwamen successievelijk bij de onderneming. Die pakhuizen zijn begin jaren twintig -na het faillissement van sigarenfabrikant Christ Houtman- op een veiling door ons aangekocht. Kort vóór de tweede wereldoorlog is het wijnpakhuis van Ton van Rijckevorsel aan Postelstraat 52 aangekocht.
Ik weet nog goed dat vader zijn eerste vrachtwagen kocht, een RABA met een ketting als transmissie. Het was maar een kleine wagen. In de cabine konden amper twee personen zitten. De laadklep was ook niet al te groot. Ik weet het zo goed, omdat Marechal, die bij Lathouwers werkte, mij rijlessen gaf. Kort na 1912 nam vader de eerste gesloten verhuiswagen van Willemke Bouma over, een transportonderneming in de St. Jansstraat. Later, het zal ongeveer in 1919 geweest zijn, is onze eerste wagen ingeruild voor een DIAMANT-auto.
In 1927, op de 27ste van de wijnmaand, ben ik met Wilhelmina Elands getrouwd. Zij was de dochter van een zadelmaker en rijtuigstoffeerder in dienst van stalhouderij Lathouwers.
Tot 1948 ben ik bij vader in dienst geweest. In dat jaar zette ik een eigen Autoverhuur en Opslagbedrijf op, dat in 1969 is overgegaan aan Gatsonides. Vaders bedrijf is in 1953 aan de firma BTO uit Bergen op Zoom verkocht.
Ook in het Tolbrugkwartier had Jos Beekwilder een pand. De voormalige kazerne diende er als autogarage. Een foto van kort voor de tweede wereldoorlog. Foto: Stadsarchief (0024011)
| 19 |